Melle Broekman
Junior triagist
Melle Broekman (25) is geneeskundestudent en werkt daarnaast wekelijks als junior triagist bij de HpA. Hij heeft altijd al interesse gehad in de geneeskunde en wil later aan de slag binnen de orthopedische chirurgie.
Hoe ben je bij de HpA terechtgekomen?
‘Ik ben nu bezig met mijn coschappen, maar veel van mijn vrienden hebben hun coschappen al afgerond. Via hen kwam ik erachter dat het werken als junior triagist goed te combineren is met de coschappen. Ik heb het nu dus erg druk doordeweeks, maar op deze manier kan ik daarnaast toch nog wat geld verdienen.”
Wat doet een triagist?
‘Triagisten draaien diensten op de huisartsenposten en helpen de patiënten die inbellen. De taak van een triagist is vooral om de bepalen hoe dringend de zorg is die een patiënt nodig heeft, op basis van de ernst van de symptomen. We zorgen er dus voor dat patiënten de juiste zorg op het juiste moment krijgen.
Hoe was de opleiding tot junior triagist?
“De opleiding duurt een aantal weken en bestaat uit een paar lessen en inwerkdagen. Ik heb dit traject als leuk en leerzaam ervaren! Het was vooral belangrijk dat ik er na de opleidingsweken helemaal klaar voor was om de urgentie van de inkomende situaties te bepalen. Zodra de praktijkbegeleider vindt dat je er klaar voor bent, mag je beginnen met het draaien van zelfstandige diensten en krijg je dus volledige zelfstandigheid.’
Hoe zien jouw werkdagen eruit?
‘Doordeweeks ben ik dus elke dag in het ziekenhuis voor mijn coschappen en dan werk ik daarnaast nog een dienst per week bij de HpA. Deze diensten zijn heel flexibel, waardoor het makkelijk te combineren is. Begin van de maand moet ik me inschrijven voor minstens vier diensten per maand en deze shifts kunnen doordeweeks of in het weekend zijn.’
Wat vind je het leukst aan het werken als triagist?
‘Het allerleukste vind ik de collega’s. Bijna alle andere triagisten zijn leeftijdsgenoten die ook ondertussen bezig zijn met hun coschappen en veel ken ik al via studie. Daarnaast is het werk ontzettend leerzaam. Wij krijgen de verantwoordelijk om te bepalen hoe urgent de situatie van een patiënt is; het is heel dankbaar werk.’